Bij de Nationale tuinvogeltelling staat de huismus met stip op één. Toch gaat het niet goed met deze stadvogel. In de afgelopen 30 jaar is het aantal huismussen met meer dan 50% afgenomen! De daling vlakt de laatste jaren gelukkig af. Er is geen eenduidige verklaring waarom de huismus het zo slecht doet. Daarom wordt dit jaar landelijk onderzoek gedaan. Onder andere hoeveel jongen er succesvol uitvliegen en in welk soort woonwijken huismussen zich prettig voelen.

Wat kun je zelf doen?

• Zorg voor geschikte verblijfplaatsen, zoals een mussenkast. Liefst met de ingang naar het oosten.
• Geef de huismussen voldoende beschutting in de tuin. Hagen en dichte struiken zijn ideaal. Maar ook bomen en klimplanten zijn geschikt. Mussen houden ook van een zandbad.
• Voorzie de vogels van water en voedsel. Dat kan natuurlijk met vogelvoer. Nog beter is een groenstrook met inheemse grassen aanleggen. 
• Gebruik geen bestrijdingsmiddelen of schoonmaakmiddelen zoals azijn e.d. in de tuin.

Meer weten klik dan hier: